Bevolkingsregisters - Henny Lukasse
Henny Lukasse werkt bij het Gemeentearchief aan het invoeren van gegevens uit de bevolkingsregisters in een database, die via de website van het Gemeentearchief te raadplegen zal zijn.
Bijvoorbeeld voor stamboomonderzoek is dit van belang. In de database kunt u voorouders zoeken en daarbij ook allerlei gegevens over ze vinden. De boeken van de bevolkingsregisters beginnen in 1811.
In de database worden ingevoerd het bladnummer van het originele boek, het wijknummer, de achternaam en voornaam van de bewoners, hun geboortedatum en -plaats, hun religie en hun burgerlijke staat (gehuwd of ongehuwd, 'wed.' (weduwe/weduwnaar) of gescheiden).
Wijknummer als adres
Ook voor sociaalhistorisch onderzoek is deze database een mooie bron. Verhuisbewegingen kunnen onderzocht worden bijvoorbeeld, en welk beroep en godsdienst de vroegere bewoners hadden. In de database kun je zoeken op wijknummer. Je ziet dan wie er allemaal op bijvoorbeeld A 52 gewoond hebben. Soms is ook de datum van vertrek vermeld, meestal alleen als naar buiten Goes verhuisd wordt. Op de bladzijde die hierboven getoond wordt, zie je bijvoorbeeld dat hoofdbewoner Jacobus de Witte ervoor in wijk E 127 C woonde en verhuisd is naar A 52. Voordat straatnamen ingevoerd werden, werkte men met wijknummers. Wijk A is de kern van Goes, het gebied rond de Grote Kerk, de Opril Beestenmarkt en de Beestenmarkt, B is de schil daaromheen en zo verder. Het loopt tot en met wijk E. Die ligt buiten de wallen.
Allerlei beroepen
Tevens wordt vermeld of iemand de hoofdbewoner was of wat de relatie met de hoofdbewoner was, zoals zoon, dochter, of schoonzoon of - dochter. Ook inwonende mensen worden genoemd. Dan is het beroep 'knecht' en vullen ze bij 'In relatie tot hoofdbewoners' in: 'onbekend'. Ook 'dienstmeid' komt voor. In de bevolkingsregisters van de dorpen kom je ook aanduidingen als 'boerenmeid' tegen.
Wat voor beroepen komt ze nog meer tegen? In de kleine straatjes bijvoorbeeld spoorwerker, winkelier, molenaarsknecht, kuiper, tapster, polderwerker, naaister, werkvrouw, sjouwer, touwslager, loodgieter, sigarenmaker, voddenkoopman, boekbinder, bode telegrafie en gemeentebode. Eerder behandelde ze een boek met de Grote Kade en daarin zie je meteen een heel ander soort beroepen, zoals notaris, koopman en geneesheer.
En in het Gasthuis vond ze beroepen als ziekenvader en -moeder en keukenmeid. De bewoners van het Gasthuis (toen nog geen ziekenhuis, maar meer een verzorgingshuis) hadden bij het beroep vaak de aanduiding 'provenier' of 'Gealimenteerde van het Burgerlijk Armbestuur' of van het 'R.C. Armbestuur' of van de 'Diaconie Herv. Kerk'.
Oude stad gaat leven
Op dit moment heeft Henny Lukasse het boek van de periode 1870 tot 1880 van wijk B onder handen, met de huisnummers 107 tot 173. Dat is het gebied Sint Jacobstraat en Bocht van Guinea.
Het vorige boek dat ze invoerde, besloeg de Oude Vismarkt, Sint Jacobstraat en Korte Nieuwstraat (tegenwoordig Pijntorenstraat).
Ze is dus al aardig bekend in dit buurtje. De oude stad is voor haar gaan leven op deze manier, het wordt steeds interessanter. Ze is op een andere manier naar de straten gaan kijken. Als ze op de fiets door de vroegere Korte Nieuwstraat gaat, kijkt ze wat er nog van over is. Ze herkent in wat nu woonhuizen zijn de oude pakhuizen. En onwillekeurig denkt ze dan aan al die namen van de bewoners in vroegere eeuwen. Oja, die woonde daar en die woonde daar. Ook mooi vindt ze het dat je soms namen van negentiende-eeuwse winkeliers tegenkomt en dat die winkels dan nog steeds bestaan. Bakkerij Van Opdorp bijvoorbeeld.
'Wandelingen'
Ze vertelt hoe in het boek de volgorde van de adressen is. Die volgt de nummers aan één kant van de straat. De volgorde is die je zou volgen wanneer je een wandeling zou maken en alleen naar de huizen rechts keek. In de Sint Jacobstraat bijvoorbeeld eerst de nummers aan de oostkant, dan de Korte Nieuwstraat in, vervolgens gaat het weer door in de Sint Jacobstraat, daarna de Bocht van Guinea in, een paar huizen aan de wal meenemend (daar staan nu geen huizen meer) en uiteindelijk de laatste nummers van de Sint Jacobstraat.
In een ander boek kwam ze de 'wandeling' tegen vanaf de Oostwal, de Sint Maartensbrug over en dan naar Tussen de twee poorten (nu J.A. van der Goeskade).
De Sint Maartensbrug omstreeks 1900. Prentbriefkaart collectie Bitter-van Opstal
Veel boeken
Ze heeft al veel boeken doorgeploegd, zo veel dat ze niet precies weet hoeveel. Ze doet het al bijna tien jaar en heeft altijd de bevolkingsregisters gedaan. Elke woensdagmiddag en donderdagmorgen werkt ze eraan. Tussentijds is haar weleens ander werk aangeboden, maar ze houdt het liever bij dit werk. Het is bekend en ze vindt het leuk. Ook zou ze het jammer vinden als deze boeken bleven liggen, want voor stamboomonderzoekers is het erg belangrijk dat ze digitaal over deze gegevens kunnen beschikken. Vooral hoe lang iemand ergens heeft gewoond. Sommigen verhuizen aan de lopende band.
Op het moment wisselt ze het invoeren van het Goese boek af met het corrigeren van een bevolkingsregister uit Kapelle, dat door een collega-vrijwilliger ingevoerd is. De vrijwilligers kijken elkaars boeken altijd na. Ze vindt het corrigeren heel ander werk, je moet extra goed opletten.
Documenten
Henny Lukasse werkt sinds 2004 bij het Gemeentearchief, eerst nog in de Wijngaardstraat. In een gidsje van de Heemkundige Kring had ze gelezen dat er vrijwilligers gevraagd werden om de bevolkingsregisters te ontsluiten van Reimerswaal, Kapelle en Borsele. Aanvankelijk koos ze voor Borsele, omdat veel van haar familie uit Heinkenszand komt. Ze was namelijk zelf bezig met stamboomonderzoek. Maar het werd toch Goes. Daar werd ze ingewerkt en kwam er net een plaats vrij.
Ze heeft het altijd leuk gevonden, papier, oude documenten, spitten in de geschiedenis. Ze vertelt dat haar moeder pas verhuisd is naar een verzorgingstehuis. En daarbij moesten veel spullen weg en natuurlijk heeft zij zich toen over het 'oud papier' ontfermd. Lezen doet ze ook graag, vooral boeken over de geschiedenis van Zeeland. Ze volgde ook de cursus 'Geschiedenis van de stad Goes' bij het Gemeentearchief.
Henny Lukasse heeft als achtergrond de mulo. Daar ging ze echter al na twee jaar vanaf, om thuis te gaan helpen. Vervolgens werkte ze als verkoopster in een kledingwinkel en als secretaresse bij een deurwaarder/makelaarskantoor. Ze stopte met werken toen de kinderen kwamen.
Met vrijwilligerswerk is ze begonnen toen de jongste van haar kinderen zeven was. Eerst op de school van de jongste, waar ze leerlingen hielp met het zoeken van boeken in het documentatiecentrum. Later werkte ze in de bibliotheek, later mediatheek bij Voetius Scholengemeenschap (nu Calvijn College) en tussendoor hielp ze in een bejaardentehuis. Als ze het over zou mogen doen, zou ze dan een bibliotheek- of archiefopleiding zijn gaan doen? Nee, dan zou ze toch kiezen voor archeologie.
De Kaloot
Haar grootste hobby is schelpen en fossielen verzamelen bij de Kaloot. Ze houdt van de natuur. Vroeger gingen ze met de kinderen naar de Oosterschelde en het Sas, maar tegenwoordig is ze vaker aan de Westerschelde te vinden. Door een schelpencursus is ze zich voor de Kaloot gaan interesseren. Er is zo ontzettend veel variatie. Haaientanden, roggentanden, ze fotografeert alles wat ze vindt.
Van haar foto's bij de Kaloot heeft ze zelf twee boeken samengesteld. Deze zijn opgenomen in de bibliotheek van het Gemeentearchief.
Dit interview is afgenomen in 2013.