Vondst in RAZE Goes

RAZE Goes 1562-1570

Ook het rechterlijk archief wordt niet overgeslagen bij het onderzoek naar rederijkers en dat levert soms aardige vondsten op, zoals in RAZE 1749 van de stad Goes:

    Het eerste folium toont ons een chaotisch vol gekliederd blad met hanepoterige teksten van verschillende handen door elkaar heen geschreven. De tand des tijds heeft een enkel tekstdeel onleesbaar gemaakt en ook is er sprake van doorhalingen. Hier en daar is er zelfs een eenvoudig tekeningetje. Er zijn tekstjes in het Nederlands en in het Latijn, er wordt gerijmd en gebruik gemaakt van (wijze) uitspraken. Sommige zijn serieus, andere ironisch. Wat doen deze teksten in een boekwerk dat overwegend transporten (aan- en verkoop van huizen) bevat? Alleen de 2e tekst rechtsboven lijkt (want deels onleesbaar) over de inhoud te gaan: er is sprake van een huis, een koper en een verkoper.

    Een onderwerp dat eruit springt is de zotheid. Er wordt gewaarschuwd voor domheid, maar er wordt ook geheuld met de zotten:

    • Wilt ghy een sot lyeff doen* Eerdt hem (* tot leven wekken)
    • Discite a me Stulticiam mundi Diligo (Leer van mij de zotheid van de wereld. Ik houd ervan.)
    • Leert sotten kennen ende eeren
      Soo moechdi met vreden weren en leeren
      Dije vuel van Sotten schryff
      Sotticheyt hem balyff
    • Oude sotten moet ghy prisen
      Jonge sotten moe ghy die wijsen
    Eerste folium

    Naast het veelvuldig aanprijzen van de zotheid is er ook een ernstige waarschuwing:

    Qui de Stultes
    Scribit Stultes
    Vide fur ixse

    Een domme die
    over dommen schrijft
    blijkt zelf dom

    En: Stultus cum sibi placet (dom is (iemand) wanneer hij zichzelf behaagt)

    Of deze uitingen rederijkerswerk zijn, blijft gissen, maar is mogelijk, want we moeten niet vergeten dat De Nardusbloem juist in deze tijd, namelijk in 1563,  haar nieuwe ordonnantie (statuten) ontving. Daarnaast staat het vast dat Goes sinds 1473 rederijkersactiviteiten kende. Misschien zochten de klerken die de aktes moesten inschrijven, met hun citaten alleen maar wat verstrooiing gedurende hun saaie schrijfwerk. Het is aannemelijk dat ze kennis hadden van de aanpak in de Lof der Zotheid van Erasmus dat in 1511 verscheen. Ook daarin wordt de zotheid op ironische wijze bejubeld. Verder onderzoek naar de verschillende handschriften in de transporten leidt wellicht tot de schrijvers van deze teksten.

    Waarschuwing van de zotheid

    Bronnen

    https://rederijkerszeeland.wordpress.com/2018/11/11/62-zotheid/

    ZA 10 Rechterlijke, Weeskamer en Notariële Archieven Zeeuwse Eilanden (RAZE), 1456-1811; Stad Goes: register van transporten, plechten en andere schepenakten, inv.nr. 1749 1562-1570, f, 2. Jaap en Saar Oostdijk hebben het op zich genomen om in Goes dit soort bronnen door te nemen.

    Geplaatst door Jan van Loo op 11 november 2018.

    Uit deze bijdrage is hierin alleen het gedeelte opgenomen wat Goes betreft.